Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als Ik Egypteland zal hebben gesteld [tot] een verwoesting, en het land van zijn volheid zal [38]woest zijn geworden, als Ik geslagen zal hebben allen, die daarin wonen; alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben. 38. Dat is, ontbloot van alles, waarmede het van God tevoren vervuld en versierd was. Vergelijk boven hfdst.19 vs.7.